100 dagen voor de klas
top of page

100 dagen voor de klas

Van de week bekeek ik met veel interesse de nieuwe docu op NPO3 ā€œ100 dagen voor de klasā€, waarin twee onervaren mensen zullen ervaren hoe het is om leraar te zijn op een middelbare school. Het doel van deze docu is me na afloop van deze eerste aflevering nog niet helemaal duidelijk. Proberen ze mensen enthousiast te maken om ook de uitdaging aan te gaan? Proberen ze een inkijkje te geven in het leven op school? Willen ze laten zien dat leraren het echt wel zwaar hebben?

Erik Meester reageerde na afloop van het programma meteen op Twitter en tagde hierbij onze school als voorbeeld hoe het wel kan:



Uiteraard zie ik dat als een groot compliment, echter ben ik me er ook van bewust dat we niet alle wijsheid in pacht hebben en dat we ons de komende jaren echt zullen moeten bewijzen. Maar, ik wil in dit blog wel kwijt hoe ik heb gekeken naar deze docu en welke bedenkingen ik erbij heb.

Ik denk dat elke docent die dit programma bekeken heeft zaken zal herkennen. Wat we zagen is zeker niks uitzonderlijks. Ik heb zelf 12 jaar lesgegeven in de Randstad aan 3 en 4 vmbo/kader, geloof me, ik herken dit als geen ander.

Mijn eerste jaren als leraar

Ik wil zeker niet belerend overkomen, daarom wil ik jullie even kort meenemen in mijn ervaringen in die eerste twaalf jaar. Na mijn studie in Gent (ik ben Belg en heb tot mijn 21e in Gent gestudeerd), zocht ik werk in Nederland, waar mijn toenmalige vrienden (nu mijn vrouw) woonde. Ik kreeg enkele 1e klassen havo/vwo, maar ook een aantal 3e klassen basis/kader. Die eerste klassen liepen prima, daar kon ik gewoon mijn didactische principes toepassen die ik op school had geleerd. Wat betreft opstart van de les en leerlingen corrigeren, had ik een beetje mijn eigen experimentjes. Wanneer het ene niet meer werkte, probeerde ik weer iets anders. Er waren geen algemene afspraken, behalve bij extreem gedrag.


In klas 3 was dat echter niet zo makkelijk. Ik had een prima, ervaren docent als begeleider. Daar kon ik heel goed mee praten. Ook met de toenmalig leerlingcoƶrdinator had ik een prima klik (nog steeds overigens), alleenā€¦ eens de deur van dat lokaal dicht ging en mijn les begon, moest ik het toch echt zelf uitzoeken. Hoe zorg ik ervoor dat ze stil zijn als ik praat? Hoe laat ik ze hun spullen pakken? Wat voor straffen geef ik als ze echt vervelend zijn? Wanneer zet ik ze op de gang? Echt, honderden vragen moet je proberen beantwoorden Ć©n voor jezelf nog een beetje bijhouden wat wel of niet werkt.

Na dat eerste, hele zware jaar, kreeg ik nog geen vast contract. In het tweede jaar wilde de school graag zien dat ik het wel kon.


Maar, wat wilden ze graag zien? Wilden ze graag zien dat ik de klas rustig kon houden of wilden ze graag zien dat de kinderen veel bij me leerden? Naarmate de jaren voorbijgingen, ging het me steeds beter af om een klik te vinden met zelfs de moeilijkste leerlingen. Maar, ik durf echt wel te zeggen dat dat ook lag aan hoe ik me opstelde en ik heel veel investeerde in het contact met de leerling. De leerlingen werkten voor mij, voor wie ik was, maar ze werkten niet omdat ze zo veel leerden. Ik gebruikte vaak leuke activiteiten, quizzen, spelletjes,ā€¦ wat er eigenlijk op neerkwam dat ik hen vaak een lesuur kon bezighouden. Ik was er toentertijd ook van overtuigd dat ze bij mij veel leerden. ToĆ©n voelde ik me daardoor een goede docent, nu weet ik wel beter. Het gevolg was wel dat ik geen les meer gaf aan eerste klassen, maar eigenlijk bijna alleen nog maar aan klas 3 en 4 b/k (en een enkele 3/4T -klas). Want ja, als een school ziet dat deze doelgroep bij jou rustig is, dan ben jij de geschikte docent hiervoor natuurlijk.


In die twaalf jaar heb ik heel veel hele moeilijke klassen voorbij zien komen. Ik heb zowat alles uitgeprobeerd en wat in de ene klas wel effectief bleek, was dat weer niet in een andere klas. Wat het ene jaar wel goed werkte, werkte het andere jaar weer minder goed.

Ondertussen zag ik echter ook heel wat nieuwe collegaā€™s komen en gaan. De collegaā€™s die uiteindelijk weer weggingen, uit eigen beweging of omdat ze geen nieuw contract kregen, deden dat zo goed als allemaal omdat ze het klasmanagement niet in orde hadden. Voor hetzelfde geld had ik na dat eerste zware jaar, ook de handdoek in de ring gegooid.


Hoe word je beoordeeld?

Waar word je als docent op beoordeeld? Wel, mijn ervaring is dat er eigenlijk altijd eerst gekeken wordt naar het klasmanagement. Ok, er wordt ook wel eens gekeken naar de didactische keuzes, maar dat gaat over heel basale zaken. Gebruik ik het bord? Ben ik te veel aan het woord? Etcā€¦ Daarnaast wordt bijna altijd de sfeer in de les besproken en het klasmanagement. Zijn mijn regels helder? Respecteren de leerlingen me? Hoe ga ik om met ordeverstoringen of ander ongewenst gedrag?


Vroeger vond ik dat ook heel normaal en heel goed. Ik heb echt hele fijne en goede functioneringsgesprekken gehad. Ik wist gewoon niet beter. Ik wist niet anders dan dat je zelf als docent verantwoordelijk bent voor hoe het in jouw lokaal gaat. Ondertussen denk ik daar wel anders overā€¦


Vanaf de eerste dag dat ik merkte dat het niet liep in de les (zowat in de eerste week van mijn onderwijscarriĆØre dus) ben ik gaan lezen. Er zijn heel veel boeken beschikbaar over orde in de klas en ik denk dat ik de meeste wel heb gelezen. Uit elk boek pik je dan wel iets op wat ā€œbij je pastā€. Maar, kun je dat verwachten van elke docent? Ik ben uit mezelf heel erg gedreven en er liggen altijd boeken binnen handbereik. Dat kun je niet verwachten van iedereen.


Daarnaast geven boeken je ook niet altijd het antwoord. Uiteindelijk ben ik weggegaan op die school omdat ik steeds meer collegaā€™s om me heen zag (vaak oudere collegaā€™s) die het mentaal heel moeilijk kregen. Ik werd het ook zat om telkens weer zelf die strijd aan te gaan met de klassen en ik wilde niet als een dood vogeltje aan mijn pensioen beginnen (wat nog ver weg is hoor). Ik had daarnaast ook de wens om een grote tuin te hebben en daarom hebben we toen de keuze gemaakt om naar de andere kant van het land te verhuizenā€¦ en dan moest ik automatisch wel een andere school zoeken.


We doen het samenā€¦ toch?

In het onderwijs doen we het samen, we zijn collegiaal, we vormen een team, ā€¦ behalve wanneer de deur van het klaslokaal dichtgaat, dan zoek je het bij voorkeur zelf maar uit want dan pas zie je of je een goede docent bent.


Ik zet het even zwart/ wit neer om mijn punt te maken, maar dit is wel de cultuur die er heerst. Op Ć©Ć©n of andere manier is dit erin geslopen. Docenten moeten het respect van hun klas verdienen. Sinds wanneer moet je respect verdienen en is dat geen basisrecht?

Hoor jij bij de groep docenten die zich voor schut gezet voelt wanneer een collega je les binnenkomt en een leerling aanspreekt? (let wel, ik zeg een leerling, niet de docent!) Waarom? Waarom heb je dit gevoel? ā€œOmdat leerlingen dan denken dat ik het niet alleen kon oplossen.ā€ So what? Dat leerlingen dit denken, komt enkel omdat die cultuur er is in ons onderwijs. Waarom zou een leerling niet denken dat wij gewoon samen als team ergens voor staan en dat wij samen de lat hoog leggen. Dat bepaald gedrag niet getolereerd wordt en dat wanneer ik het niet zie, er nog altijd een collega is die het kan zien. Natuurlijk gaan leerlingen elke individuele docent testen wanneer ze merken dat die docent er alleen voor staat, dat is toch niet gek?


Ik heb er toch wel even over nagedacht maar ik kan werkelijk geen ander beroep verzinnen waar die insteek geldt.

ā€œStel, het lukt me niet, laat je me spartelen of kom je me helpen?ā€ ā€œIk ga jou denk ik wel laten spartelen.ā€

Uit: 100 dagen voor de klas

WAAROM? Wat leert iemand daarvan? Kijk, ik snap heus wel dat er een verschil is in momenten waarop je ingrijpt, want het mag ook een goede les niet verstoren. Maar stel dat deze jongen zijn les geeft en er is een leerling die keer op keer er doorheen praat en die niet meedoet. Dit zijn zowat je keuzes:

  • je grijpt niet in, je ziet hoe de stagiaire er niks aan kan doen/ niks aan doet en dat bespreek je achteraf. Gevolg: deze leerling die niet heeft opgelet mist een deel van de stof, maar ook de andere leerlingen om hem/haar heen krijgen de stof minder goed mee. Vind je dit een acceptabele prijs voor het leermoment van de stagiaire?

  • je grijpt in, je loopt even naar die ene leerling en spreekt hem aan en laat zien dat je verwacht dat iedereen mee doet, ongeacht wie er voor de klas staat. Gevolg: deze leerling gaat meedoen (zo niet grijp je iets steviger in), hij krijgt de stof mee en de leerlingen om hem heen ook. De stagiaire kan zich focussen op het lesgeven. Na de les bespreek je de situatie met hem en opties hoe hij dit een volgende keer zelf kan oplossen.

Dit is een voorbeeld van een lichte ordeverstoring waarin je kunt kiezen tussen wel of niet ingrijpen. Dit valt nog niet onder spartelen, veronderstel ik. Stel dat de stagiaire begint te spartelen en hij krijgt de klas niet meer stil. Waarom, echt, waarom zou je niet ingrijpen? Waarom laat je een lesuur helemaal verloren gaan om die stagiaire een leermoment te geven? Waarom laat je aan de hele klas zien dat iemand die voor de klas staat, er alleen voor staat en dat je niet helpt. Ik kan daar werkelijk met mijn pet niet bij.


De rol van de schoolleiding

Veel leidinggevenden zijn ambitieuze docenten die zich ook ontwikkeld hebben in een systeem waarin elke docent verantwoordelijk is voor zijn eigen klas. Vaak zijn het ook nog eens mensen die zich op school geprofileerd hebben omdat ze klassen rustig krijgen en respect krijgen van leerlingen. Het is dan ook niet gek dat veel van die nieuwe schoolleiders deze cultuur uitdragen en in stand houden. Ik verwijt ze dat niet. Wat ik hen wel kwalijk neem, is dat ze blijkbaar nog niet hebben gehoord/ gelezen dat het ook anders kan.

Je moet als schoolleiding hoge verwachtingen hebben van je docenten en hen daar maximaal in ondersteunen. Als leidinggevende ben je de kapitein op het schip. Als je toestaat dat hier en daar een matroos de kantjes ervan afloopt en maar matig werk levert, dan is het jouw verantwoordelijkheid wanneer het schip een keer water maakt.

Nu, de vraag is natuurlijk ook wat een leidinggevende verstaat onder ā€œgoed lesgevenā€. Daar zijn verschillende opvattingen over. Vind je een rustige les al een goede les? Dan leg je de lat wel heel laag. Wil je dat de les ook goed voorbereid is en dat een docent zich ook bijschoolt? Verwacht je dat de docent voor zijn leerlingen de lat hoog legt en niet tevreden is met middelmatig werk? Accepteer je dat een docent afwijkt van gemaakte afspraken (of het nu wel of niet voor hem werkt) en spreek je hem erop aan?


Loop je als leidinggevende vaak door de gang, loop je lessen binnen, of zit je vooral op je kantoor administratie te doen in de hoop dat je docenten de lessen allemaal in goede banen leiden? (om vervolgens vaak na 1 lesbezoek een functioneringsgesprek te doen en te zeggen hoe goed/ slecht je het wel doet)


Waar ligt de grens?

Volgens mij is er geen moment geweest waarop we met zā€™n allen hebben gezegd dat we dit accepteren. Werden de leerlingen drukker? Werden de docenten slechter of gingen ze gewoon meer tolereren? Veranderde de gezagsverhouding tussen docent en leerling? Geen idee, ik weet wel dat we ondertussen de lat behoorlijk laag leggen voor veel kinderen en dat we behoorlijk veel zijn gaan accepteren. Het lijkt er soms wel op of we afhankelijk zijn van de goodwill van de leerlingen of we Ć¼berhaupt les kunnen geven.

Heel veel kinderen zijn van goede wil en zij hebben hier last van. Vooral de kinderen die wat minder sterk zijn. Je weet wel, die kinderen die keihard moeten werken om op een bepaald niveau te blijven, maar door die onruststokers (ā€œJa, ik zit in een drukke klas.ā€) gewoon matig tot slecht onderwijs krijgen.

Het gevolg van zo een drukke klassen, is dat er gewoon minder geleerd wordt en leren is nu net datgene wat altijd motiveert. Ik verwijs jullie ook graag naar het artikel ā€œStilte in de klasā€ van Marcel Schmeier en Anton Horeweg, wanneer je meer wilt lezen over het belang van rust in de klas.


Deze spreuk staat bij ons op school centraal. Dat wil zeggen dat een docent het beste onderwijs moet kunnen geven en dat hij zich 100% hierop moet kunnen focussen. Wanneer een leerling dit verstoort, ontneemt hij niet alleen de docent de kans om excellente lessen te geven, maar ontneemt hij ook zijn klasgenoten de kans om het maximale uit de les te halen.


Lesgeven is uitermate complex

Docenten eisen respect, terecht, maar aan de andere kant vind ik dat docenten zich vaak gedragen als veredelde kinderopvang. Voel je alsjeblieft niet aangevallen, ik leg het graag uit.


Lesgeven is zo ontzettend ingewikkeld, echter wordt het heel vaak afgedaan als een les vol plannen met activiteiten en ervoor zorgen dat die activiteiten in een goede sfeer gedaan worden. Werkboeken moeten ingevuld worden, activerende werkvormen fietsen er doorheen (want ja, geen kind kan zich langer dan 20ā€² concentrerenā€¦tenzij ze gamen, dan lukt het makkelijk een uurtje of twee), soms moeten ze misschien ook nog even bewegen, want dat is helemaal hip.

Learning doesnā€™t happen as a direct result of classroom activities, it arises from the way pupils experience these activities.

Graham Nuthall

Hoeveel docenten denken werkelijk goed na over waarom ze kiezen voor een bepaalde werkvorm? Hoeveel docenten weten hoe mensen leren? Uitspraken zoals ā€œhij heeft het inzicht nietā€ zijn schering en inslag bij rapportvergaderingen. Er zijn nog steeds veel mensen die denken dat leerlingen het beter leren als ze het zelf ontdekken, terwijl dit al keer op keer weerlegd is. (Ik heb het hier over leerlingen als beginners, voor experts gelden andere regels) In het programma ā€œ100 dagen voor de klasā€ zie ik een docente die leerlingen tekeningen laat maken over het verhaal van Columbus en de indianen. Ze geeft aan dat leerlingen aan informatie kunnen komen via het boek of via hun telefoon. Leuke werkvorm zou je zeggen, niet? Ja, op zich wel leuk, maar wat herinneren leerlingen zich nog 2 maanden later? De kans is groot dat ze zich nog wel herinneren dat ze een tekenopdracht hebben gemaakt, maar dat ze zich niet zo heel veel meer herinneren van het verhaal zelf. (*) Aanvulling achteraf: de keuze voor deze werkvorm is afhankelijk van af de kennis reeds is onderwezen of niet. Wanneer dit wĆ©l het geval is, kan dit een goede manier zijn om de stof te verwerken. Aangezien leerlingen mochten opzoeken in hun boek en in hun mobiel, ging ik er van uit dat de kennis nog niet onderwezen was.

Memory is the residue of thought.

Daniel Willingham

Nogmaals, ik wil geen kritiek uiten op die docent, echter wil ik dit gewoon even aangrijpen als voorbeeld. Als een collega van mij dit doet en ik kom langs in de les, zal ik hem/haar exact hetzelfde vertellen of vragen waarom hij/zij kiest voor een tekenopdracht in het vak geschiedenis. Het lijkt me onderdeel van een professionele houding om elkaar daarin scherp te houden en kritische vragen over te stellen.

Naar mijn ervaring zijn er veel te veel docenten (en ik kan enkel voor het VO spreken), die lesgeven heel basic zien. Ze zien enkel het tipje van de ijsberg, namelijk het zichtbare gedrag in de les, terwijl er nog zĆ³veel schuilgaat onder datgene wat je ziet. Het werkboek is voor velen de leidraad en als die zegt dat er lijntjes getrokken moeten worden, dan worden er lijntjes getrokken.


Wat is de functie van de leraar?

Een punt wat ik hier niet onbesproken kan laten, is hoe je de functie van leraar ziet. Want een kind moet zich toch ook ā€œals mens kunnen ontwikkelenā€. Ik heb op Twitter gelezen dat onze aanpak op school wordt neergezet als ā€œopvoedkampā€ of dat het de kinderen ā€œonderdruktā€ en dat ze ā€œniet zichzelf kunnen zijnā€.

Het zijn beweringen van mensen die nog nooit op bezoek zijn geweest en heel graag schreeuwen vanaf de zijlijn. Door duidelijke kaders aan te brengen creĆ«er je net veiligheid en zorg je ervoor dat iedereen zichzelf kan zijn. Ja, die paar hele drukke leerlingen die thuis niet meegekregen hebben wat ā€œrespectā€ betekentā€¦ ok, die zullen in het begin niet zozeer ā€œzichzelfā€ kunnen zijn en die zullen het in eerste instantie niet prettig vinden. Wat later in het jaar, wanneer ze zien dat ze er niet mee wegkomen Ć©n dat ze ook leren, draaien ze wel bij.

Is het onze functie om jongeren vooral de ruimte te geven om zichzelf te ontwikkelen? Doe je dit dan ook door ze heel veel ruimte te geven? Is het onze functie om jongeren veel kennis mee te geven zodat ze klaar zijn voor de maatschappij en niet als een totale onwetende aan het leven beginnen? Hoe zie je het ā€œzichzelf ontwikkelenā€ voor je? Ben jij je er wel van bewust dat een puber meestal kiest voor de beloning op korte termijn? Dit heeft te maken met de ontwikkelingen van de hersenen, jongeren worden soms geregeerd door de rationele en soms door emotionele breinsystemen. Jongeren hebben een volwassene nodig die zorgt voor remmingen, kinderen kunnen dit zelf nog niet voldoende.


Jongeren die liefdevol, maar streng worden opgevoed, zijn het gelukkigst.

Uit ā€œHet nieuwe puberbrein binnenstebuitenā€, Huub Nelis & Yvonne van Sark

Ze hebben duidelijke grenzen nodig en duidelijke consequenties wanneer die grenzen overschreden worden. Wie het daar niet mee eens is, nodig ik uit om een maand les te geven aan een klas en daarbij het principe ā€œvrijheid blijheidā€ te hanteren. Ik ben benieuwd hoeveel les je gaat geven en hoezeer jouw leerlingen zich als mens kunnen ontwikkelen.

Nu weet ik ook wel dat er best wat docenten zijn die de regels wat losser hanteren en waar er een hele prettige werksfeer heerst. De kans is groot dat zij zich aangevallen voelen hierdoor. Nergens voor nodig hoor :).


De autonomie van de leraar

Mag een leraar zelf bepalen welke regels gelden in zijn klas? In hoeverre geef je de leraar autonomie over wat er gebeurt in zijn klaslokaal? Dat is hele gevoelige vraag, waar ik toch mijn mening over ga geven.

Ik vind dat we af moeten van het principe dat elke leraar bepaalt wat er in zijn klas gebeurt. Een veel gehoorde tip voor docenten die het moeilijk hebben voor de klas is ā€œGa eens kijken bij xxx, want daar gaat het goed.ā€ Persoonlijk vind ik dat een waardeloze tip, vooral wanneer het aankomt op klassenmanagement. Op mijn school ken ik bv. een docent die echt elke klas in rust kan laten werken, hoe vervelend die groep ook is. Die man straalt gezag uit, hij heeft het respect van de leerlingen door zijn vele jaren ervaring, hij heeft humor, hij reageert gevat doch vriendelijk,ā€¦ dat zijn zaken die je niet gewoon niet kĆŗnt overnemen.


Dus een docent die gaat kijken bij een collega (nogmaals, n.a.v. ordeproblemen) kan enkel een paar simpele trucjes zien. Aftellen, streepjes op het bord, namen op het bord, ā€¦the usual stuff. Ik heb echt nog maar weinig docenten gezien die achteraf zeggen ā€œHe, mijn ordeproblemen zijn nu voorbij!ā€. Vaak moddert het wel door en pas het volgende schooljaar kan er een nieuwe start gemaakt worden.


Wanneer je de tip geeft om bij een collega te gaan kijken (en dat is een waardevolle tip), laat het dan zijn om te kijken naar hoe die collega lesgeeft. Welke didactische keuzes maakt hij? Hoe geeft hij feedback? Welke controlevragen stelt hij? Hoe stelt hij zich op naar leerlingen toe? Hoe deelt hij zijn lesstof in? Hoe geeft hij uitleg? Hoe gebruikt hij visuele input in combinatie met de uitleg. DƔƔr kun je wat mee.


Wanneer elke docent zijn eigen regels en routines mag bepalen, zorgt dit niet alleen voor onrust en onduidelijkheid bij de leerlingen, maar ondermijnt het ook nog eens het functioneren van die docenten die het al moeilijk hebben met klasmanagement. Het kan best zijn dat jij eerst lekker 10ā€² kunt chillen met je leerlingen en daar het klasgesprek goed in de hand kunt houden, maar jouw collega in de volgende les wil vanaf minuut Ć©Ć©n lesgeven en stuit daardoor keer op keer op weerstand.

Lekker collegiaal he? Of is dat gewoon de wet van sterkste?

Mijn mening is dat de regels en routines voor elke docent hetzelfde moeten zijn. De didactische keuzes die je maakt, die liggen bij jou als professional. Natuurlijk kun je nog gewoon ā€œjezelfā€ zijn en grapjes maken, maar je blijft binnen de afgesproken kaders. Bij ons op school betekent dit bv. dat je niet eventjes 10ā€² lekker kunt praten over het voetbal van dit weekend. Sorry, daar hebben we pauzes voor. Er zijn leerlingen die nood hebben aan goede lessen en waarvoor elke minuut van de les dubbel telt. Als jij lekker je hobbyā€™s gaat bespreken, ontneem je die kinderen de kans op goed onderwijs. Dat kan niet, punt.

Ook de uitspraak ā€œHet moet bij je passenā€ vind ik veel te ver doorgedreven. Hoe jij als mens voor de klas staat (vriendelijk, open houding,ā€¦) en wat je uitstraalt, dĆ”t moet bij je passen. De keuzes die je op didactisch vlak maakt, die moeten gewoon effectief zijn. Het draait niet om jou, het draait om de leerling.

Stel je voor dat je arts je acupunctuur voorschrijft, omdat de normale therapie niet bij hem of haar past. Of dat een agent je geen bekeuring geeft, omdat dat niet zo bij hem of haar pastā€¦ hij is eerder van de tweede kansen (dit zal vast gebeuren hoor).

Welke effectieve didactische werkvorm kan niet bij jou als persoon passen? Ik kan er werkelijk geen verzinnen (help me gerust). Misschien zingen šŸ˜Š?


Tot slot

Ik ben benieuwd naar de volgende afleveringen, ik denk dat het nog heel veel gespreksstof zal opleveren en dat is maar goed ook.

We hebben een tekort aan leraren, er zijn te veel hele goede leraren die het onderwijs verlaten omdat ze het op het vlak van klassenmanagement het niet redden. Het feit dat ik hier een flinke blogpost over schrijf, laat hopelijk ook zien dat het onderwerp me bezighoudt en dat ik me hier zeker zorgen over maak.

Ben jij een docent die het moeilijk heeft met een klas? Heb je soms het gevoel dat je niet in de wieg bent gelegd voor dit vak? Troost je, dat gevoel hebben we (jammer genoeg) allemaal gehad. Ik hoop dat ik met dit blog mijn steentje kan bijdragen aan een toekomst waarin veel minder docenten dit gevoel hebben.


Wil je meer lezen?

Education exposed, leading a school in a time of uncertainty (Sam Strickland)

Battle hymn of the tiger teachers, the Michaela Way.

The behaviour guru (Tom Bennet)


GĀ  (Gert) Verbrugghen

Intern Begeleider

Docent Engels


3 opmerkingen
bottom of page